Prof. Dr. Lodewyk Wessels

Groep Bioinformatica en Statistiek, Afdeling Moleculaire Biologie, Nederlands Kanker Instituut
http://bioinformatics.nki.nl/
Groepsgrootte: 15

1. Wat is het leidende onderzoeksthema in uw groep?

“De twee hoofdthema’s betreffen diagnostische classificatoren voor betere stratificatie van kankerpatiënten en het ontrafelen van het netwerk van interacties tussen genen en paden. Op dit moment zijn diagnostische classificatoren black boxes, maar we willen de onderliggende mechanismen begrijpen. We willen weten waarom een ​​patiënt niet reageert op een bepaalde therapie. Als we beter begrijpen hoe genen en paden interacteren, kunnen we hopelijk beter voorspellen welke therapie de beste optie is voor een bepaalde patiënt. Ons werk concentreert zich op de ontwikkeling van nieuwe computationele algoritmen om deze vragen te beantwoorden.”

2. Met welk type groepen of organisaties werkt u het meest samen en waarom?
   “We werken vooral samen met andere groepen binnen het Nederlands Kanker Instituut. Klinische groepen hebben toegang tot patiëntmateriaal en -gegevens en samen proberen we de klinische praktijk te verbeteren door betere prognostische en voorspellende modellen te bouwen. Met meer basale moleculaire biologiegroepen werken we samen aan het ontrafelen van moleculaire paden. Deze groepen hebben geavanceerde meetapparatuur waarmee ze de gegevens genereren die we nodig hebben om onze modellen te construeren. Ze leveren ook waardevolle biologische expertise die nodig is voor het maken van de modellen. We werken samen met externe computationele of bioinformaticagroepen en met groepen die zich richten op basismechanismen in de biologie die niet direct verband houden met kanker. We werken ook samen met bedrijven, zowel op het gebied van diagnostiek als therapie.”
3. Wat zijn vanuit jouw onderzoeksperspectief de belangrijkste uitdagingen op het gebied van bioinformatica op dit moment?
   “In staat zijn om goede kwantitatieve voorspellende modellen te genereren. Daarmee bedoel ik modellen die gebruikt kunnen worden om echt een uitkomst te voorspellen in een systeem dat niet gebruikt is om het model te genereren. Bijvoorbeeld om de respons op therapie in een cellijn te voorspellen met behulp van een model dat is gebaseerd op data van andere, onafhankelijke cellijnen. We werken hier hard aan en ik hoop dat we over twee jaar zo’n model hebben voor cellijnen, over vijf jaar voor respons bij muizen en misschien over tien jaar bij patiënten. Maar voorspellingen als deze zijn meestal fout.”
4. Wat is de belangrijkste taak van een groepsleider?
   “Een visie formuleren en mensen samenbrengen, inspireren en het vertrouwen geven om die visie te realiseren.”
5. Hoe zou je de sfeer in je groep omschrijven?
   “Het zijn allemaal creatieve, enthousiaste, gemotiveerde mensen die een passie voor wetenschap delen. In onze groep, maar ook in het instituut in het algemeen, is de sfeer heel open en kritisch, maar altijd op een constructieve manier.”

Tekst van Esther Thole.