Morris Swertz
“We starten elke dag met een ‘scrum’, een korte update over wat we doen, wat we hebben gedaan en waar we potentiële problemen zien.”
Genomics Coordination Centre, Universitair Medisch Centrum Groningen / Rijksuniversiteit Groningen
wiki.gcc.rug.nl/wiki/GccStart
Groepsgrootte: 16
- Wat is het leidende onderzoeksthema in jouw groep?
“We zijn echt een hands-on groep, ongeveer de helft van ons werkt aan grootschalige berekeningen en hierbij is het belangrijk om om te gaan met de steeds toenemende datastromen. Om Gert-Jan van Ommen te citeren, we leren drinken uit een brandslang. Hoe verzamelen, bewaren, filteren en verwerken we al deze data? De andere helft richt zich op het toegankelijk maken van data voor de onderzoeksgemeenschap, bijvoorbeeld door datasets te verzamelen die artsen en onderzoekers op hun eigen computers hebben opgeslagen en deze samen te voegen in een database. Bij het toegankelijk maken van data hoort ook het ontwikkelen van slimme zoekalgoritmen of nieuwe visualisatietools.” - Met wat voor soort groepen of organisaties werk je het meest samen en waarom?
“We hebben drie soorten samenwerkingen. De eerste betreft samenwerkingen met biologie- of medische groepen voor een bioinformatica-oplossing om een specifieke onderzoeksvraag te beantwoorden. De tweede heeft betrekking op onze betrokkenheid bij grootschalige projecten zoals het Genoom van Nederland, waar we nauw samenwerken met wat ik collega’s zou noemen, Nederlandse groepen die vergelijkbaar zijn met de onze. Het derde type samenwerking heeft betrekking op internationale initiatieven voor gegevensuitwisseling en infrastructuur. We nemen bijvoorbeeld deel aan verschillende EU-projecten, zoals het EU-Gen2Phen-project, EU-Bioshare en BBMRI-EU. De sleutel hier is om al onze inspanningen zoveel mogelijk te harmoniseren en gemeenschappelijke standaarden uit te werken om gegevensuitwisseling en -integratie te bevorderen.” - Wat zijn vanuit jouw onderzoeksperspectief de belangrijkste uitdagingen op het gebied van bioinformatica op dit moment?
“Voor mij is een belangrijke vraag hoe we ervoor kunnen zorgen dat wetenschappelijke resultaten op een transparante manier worden verspreid. Het publiceren van analyseresultaten is één ding, maar om de kwaliteit van die resultaten echt te beoordelen, heb je inzicht nodig in de gebruikte protocollen. En hoe groter de datasets worden, hoe moeilijker het wordt om te achterhalen hoe de data is verwerkt en geanalyseerd. We hebben tools nodig die die protocollen kunnen achterhalen. We moeten ook opener zijn over onze resultaten en manieren vinden om ook ‘negatieve’ resultaten te publiceren. Dit is grotendeels een ‘social engineering’-uitdaging. Je moet elkaar leren kennen en vertrouwen om echt samen te werken en tot een gezamenlijke en haalbare oplossing te komen.” - Wat is de belangrijkste taak van een groepsleider?
“Naast het goed regelen van praktische zaken als financiering en het opzetten van partnerschappen, denk ik dat het gaat om het creëren van samenhang tussen ieders activiteiten. We beginnen elke dag met een ‘scrum’, een korte update over wat we doen, wat we hebben gedaan en waar we potentiële problemen zien. De dynamiek van dit vakgebied zorgt ervoor dat je niet te ver vooruit kunt plannen, je moet in kleine stapjes werken en er bovenop zitten om snel bij te kunnen sturen en ervoor te zorgen dat je werk nog steeds aansluit bij de behoeften van de eindgebruiker.” - Hoe zou je de sfeer in je groep omschrijven?
“Het is als een bijenkorf: druk, hecht en met een echte teamspirit.”
Tekst door: Esther Thole.