Jacob de Vlieg

“De grootste uitdaging is om een ​​culturele verandering te implementeren met betrekking tot de manier waarop we wetenschap benaderen en wetenschappelijke inspanningen beoordelen.”

CEO en wetenschappelijk directeur Netherlands e-Science Centre
Professor Computational Design & Discovery, Radboud Universiteit Nijmegen (parttime)
Groepsgrootte: ca. 18 bij e-Science Centre (incl. on-site engineers); 5 bij RU Nijmegen.

  1. Wat is het leidende onderzoeksthema in uw groep?
    “De belangrijkste doelstelling van het Netherlands eScience Center (NLeSC) is om moderne, datagedreven wetenschap te promoten en te ondernemen en daarmee de manier waarop we onderzoek doen te veranderen. Ons doel is om wetenschap te innoveren met behulp van geavanceerde ICT en we geloven dat de vooruitgang die we boeken in één discipline vaak relevant is voor andere onderzoeksgebieden. We richten ons niet op één specifieke wetenschappelijke vraag of discipline, maar we proberen beter gebruik te maken van bewezen technologieën en bestaande ICT-hulpmiddelen en -infrastructuren door actief interacties op te zetten tussen verschillende onderzoeksgebieden. Een recent voorbeeld is een samenwerking tussen bioinformatici, visualisatie-experts en onderzoekers in de plantenveredelingsindustrie. Onze huidige activiteiten bestrijken een breed scala aan gebieden, bijvoorbeeld ecologie, klimaatonderzoek, waterbeheer, taalkunde en sociale wetenschappen. Deze brede oriëntatie is essentieel om nieuwe kansen te creëren voor innovatie en creatief hergebruik van krachtige eScience in nieuwe domeinen.”
  2. Met welke groepen of organisaties werkt u het meest samen en waarom?

“Ons portfolio van projecten omvat partners van vrijwel elke universiteit en veel van de kennisorganisaties in Nederland. Al onze projecten zijn samenwerkingen tussen onze eScience-ingenieurs, die werken op het snijvlak van wetenschap en IT, en projectteams die werken in academische omgevingen. Net zo spannend is de groeiende interesse van industriële groepen die willen samenwerken met NLeSC.”

  1. Wat zijn vanuit uw onderzoeksperspectief de belangrijkste uitdagingen op het gebied van bioinformatica op dit moment?
    “Over het algemeen is de grootste uitdaging om een ​​culturele verandering door te voeren met betrekking tot de manier waarop we wetenschap benaderen en wetenschappelijke inspanningen beoordelen. De dominante kracht is om met iets nieuws te komen. Er zijn echter al zoveel bewezen ICT- en bioinformaticatechnologieën dat we onze aandacht willen richten op het eerst gebruiken en implementeren daarvan. Dit zal wetenschappelijke, sociale en economische waarde garanderen. En het zal helpen om de fundamentele onderzoeksvragen van morgen te definiëren. Fundamenteel onderzoek zal altijd noodzakelijk en essentieel zijn, maar we willen het wiel niet opnieuw uitvinden. We willen ook bestaande informatica-alternatieven verkennen die zijn ontwikkeld in verschillende wetenschappelijke domeinen. Te vaak genereren nieuwe en krachtige ICT-bevindingen geen impact in het veld en dat is verspilling. Dit komt deels doordat academici primair worden beoordeeld op hun publicatierecords, wat vereist dat “nieuwe” ontwikkelingen publiceerbaar zijn. We moeten nieuwe standaarden ontwikkelen voor het erkennen en beoordelen van de output van wetenschap. Het ontwikkelen en beschikbaar stellen van duurzame en hoogwaardige tools is bijvoorbeeld een alternatieve manier om de output van academisch ICT-onderzoek te meten.”
  2. Wat is uw belangrijkste taak als CEO?
    “Ik heb het geluk dat ik een team heb van zeer gemotiveerde en bekwame eScience-ingenieurs met sterke netwerken en bewezen staat van dienst in het leveren van informaticagedreven innovatie. In veel opzichten is het mijn rol om begeleiding te bieden en ervoor te zorgen dat ze werken in een omgeving waarin ze die wetenschappelijke impact kunnen blijven leveren. Een andere belangrijke troef van NLeSC is het team van Integrators, experts uit verschillende wetenschappelijke disciplines en domeinen met een geschiedenis van het stimuleren van innovatie in die discipline door het gebruik van eScience en geavanceerde ICT. Ze helpen de richting van NLeSC te bepalen, bedenken en leiden nieuwe projecten en vertegenwoordigen ons op domeinvergaderingen die we anders nooit hadden kunnen bereiken. Mijn rol is om de uitkomsten van hun uitwisseling van ideeën om te zetten in concrete projecten, waarbij een technologie of model dat door het ene gebied is ontwikkeld, wordt toegepast in een compleet andere setting. Je kunt het vergelijken met translationele geneeskunde: we zitten in “translationele ICT-wetenschap”. Samen met de Integrators overbruggen we de kloof tussen ICT en moderne wetenschap en R&D. NLeSC zou uiteindelijk beoordeeld moeten worden op zijn bijdrage aan wetenschappelijke doorbraken en op zijn maatschappelijke en zakelijke waarde. Als CEO ben ik hier uiteindelijk verantwoordelijk voor, maar ik ben erg blij dat ik zo’n gedreven en getalenteerd team heb om die verantwoordelijkheid mee te delen.”
  3. Waar ziet u ruimte voor verbetering in uw organisatie?
    “Als het gaat om het overbruggen van de kloof tussen de industrie en de academische wereld, komen we nog steeds onbuigzame houdingen tegen als het gaat om het proberen te begrijpen van de ander. Hoewel de situatie zeker is verbeterd, lijken dat vaak twee totaal verschillende werelden. De aard van ons team en de structuur van NLeSC, inclusief de start-upmentaliteit, betekent dat we goed gepositioneerd zijn om die moeilijke kloof te overbruggen.”

Tekst door: Esther Thole.